donderdag 29 november 2012

Vigidal en Morro Dois Irmãos, Rio de Janeiro


“Ik heb reeds Santa Marta en Rocinha bezocht, welke favela’s zijn nog de moeite om te bezoeken?” vraag ik aan de taxichauffeur.

“In Vigidal heb je een mooi uitzicht over Ipanema, Complexo do Alemão heeft een kabelbaan.
“Is het niet gevaarlijk?”

“Nee, ze zijn allen gepacificeerd.”
Een week daarop word ik weer wakker met ontdekkingsdrang. Rio is groot en ik wil tegen het einde van mijn verblijf alle verborgen plekken ontdekt hebben. Ik besluit  die dag Vigidal te verkennen. Vigidal ligt tussen Leblon, São Conrado en Rocinha, en het is de favela die het mooiste uitzicht over de oceaan heeft.

Wanneer ik erheen fiets -en door Rio fietsen is geen pretje want er zijn bijna geen fietspaden- zie ik weer zo'n contrastbeeld dat Rio typeert. Een Sheratonhotel met een sloppenwijk erachter.


Eenmaal aangekomen in de favela zet ik m'n fiets vast en neem ik de motortaxi naar boven. Ik begin de structuur van de favela’s te begrijpen. Meestal loopt er één slingerende baan naar boven waarop kleine steegjes uitkomen. Die kleine steegjes bestaan grotendeels uit trappen.


De motortaxi brengt me naar het hoogste uitzichtpunt in de favela. Ik vraag of hij weet of er geen paadje is dat op de steile rots gaat, waartegen Vigidal gebouwd is. Achteraf heb ik achterhaald dat deze tweetoppige berg Morro Dois Irmãos heet, of in het Nederlands: de twee broers.

Ja! Blijkbaar is mogelijk om nog helemaal naar boven te gaan. Dat had ik niet verwacht want het ziet er heel steil uit. Hij zegt me dat het een uur klimmen is.

Morro Dois Irmãos vanuit Ipanema met Vigidal links onderaan tegen de berg.
Hij brengt me iets verder naar een trapje aan een steeg. “Aaauw!” Bij het afstappen raakt mijn been de hete uitlaatpijp. De chauffeur toont een grijns op zijn gezicht. Ik voel een hete tinteling op mijn rechterkuit. Achteraf zal deze uitgroeien tot een lelijke brandplek, bestaande uit blaasjes. Een ongevraagde souvenir aan Vigidal.

Als hij me het vertrekpunt van het paadje niet getoond had zou ik het nooit gevonden hebben. Als je er zelf bent, vraag dan naar ‘o trilha para subir’.

My guess is dat nog niet veel toeristen en cariocas deze berg beklommen hebben, aangezien Vigidal pas begin dit jaar (januari 2012) werd gepacificeerd. Voorheen zwaaide de drugsbende ‘Commando Vermelho’ daar de plak. Niemand waagde zich van boven in de favela, het terrein van vagabundos.

Vertrekpunt van het paadje.
Wanneer ik het trapje volg loopt het weggetje dood. Ik loop terug en vraag aan een bewoonster waar het weggetje juist is, of de taxichauffeur zich niet vergist heeft. Ze wijst naar de zelfde plek. Het enige wat ik zie is een stuk muur en een stinkend hoekje.

Lijkt dit nu op het begin van het pad dat naar de top van Dois Irmãos leidt?
Ik besluit op het muurtje te klimmen en naar boven te blijven volgen. Het muurtje loopt links achter de huisjes verder en gaat schuin omhoog.


Aha, hogerop aan de rechterkant wordt het pad duidelijk zichtbaar, maar het wordt al snel onderbroken door een tweede obstakel: een omheining… Humm, dit zint me wel, verboden terrein, maar ik heb ook geen zin om m’n short te scheuren.

Achter me staat een vrouw op de daken haar was op te hangen. Ik roep haar. Ze zegt me dat ik niet over de omheining moet klimmen maar er rond moet lopen.

Erover of eronder?

Als je de omheining naar links volgt kom je ook terug op een pad dat vrij snel begint te stijgen. Algauw druipen de zweetpareltjes van mijn voorhoofd. De lucht is extreem vochtig. Na een tiental minuten is mijn hemd is kletsnat en eerder een last dan een comfort.
Na wat klimmen kom ik op een eerste etage waar het pad van richting verandert. Blijkbaar is de achterkant van de berg minder steil.

Op een open plek zie ik beneden plots Rocinha liggen, de grootse favela van Rio de Janeiro. Ik moet denken aan een interview waarbij een gangmember van Amigos dos Amigos vertelde dat ze een aanval uitvoerden op Commando Vermelho, door ‘s nachts van Rocinha over de rots te klimmen naar Vigidal en hen via de achterkant te verrassen. Dit moet de sluipweg zijn die ze toen genomen hebben.
Rocinha

In de diepte hoor ik honden blaffen, motors optrekken en auto’s claxonneren.
Ik stap voort en de jungle wordt dichter. Hier zie ik kleine aapjes in de bomen en telkens wanneer ik door de planten waad hoor ik beesten wegkruipen.

Verder zie ik ook prachtige rood-zwarte vlinders rondfladderen die zich niet laten fotograferen. Wanneer ik uit het junglegedeelte op de kale rots kom zie ik een soort hagedis van 1,5 m kruipen met een lange lispelende paarse tong.



Vanop deze kale rots is het niet meer ver. Hierna loopt het pad nog even door de jungle, daarna zijn er alleen nog grassen en kale boompjes.


Uiteindelijk kom ik op het hoogste punt. Er is juist een wolk overgetrokken en ik zie maar een paar meter ver. Een week later ben ik teruggekomen met een vriend en heb ik wel een heldere foto kunnen nemen.


Een beter zicht op Ipanema vind je niet. Van alle bergtoppen die ik in Rio beklommen heb vond ik dit de mooiste. Zorg wel dat het helder weer is, anders eindig je met een anticlimax.
Het is me opgevallen dat de meeste bergen in Rio de Janeiro met favela's bekleedt zijn, maar slechts tot op een bepaalde hoogte. Vaak is er vanaf de hoogste huisjes ergens wel een pad gebaand dat naar de top leidt. Verwacht niet dat dit duidelijke wandelpaadjes voor toeristen zijn, maar dat maakt het eigenlijk leuker omdat je wat meer moet zoeken.

woensdag 28 november 2012

Wandelen in Floresta da Tijuca, Rio de Janeiro

Als je in Rio verblijft moet je eens gaan wandelen in Floresta da Tijuca, een groot regenwoud dat in het midden van de stad ligt.

Tips:
  • Ga niet alleen, op sommige stukken moet je steil klimmen en kan je gevaarlijk diep vallen. Ook plotselinge zware regenval kan voor gevaar zorgen.
  •  Neem minstens 1,5 liter water mee per persoon.
  •  Neem 3 T-shirts mee, want het is extreem vochtig.

Hoe er geraken:
Als je verblijft in de Zona Sul kan je het gemakkelijkst een taxi nemen richting Vista Chinesa, een bekend uitzichtpunt.

Vanaf Jardim Botânico loopt een baan richting Vista Chinesa, de Estrada Dona Castorina. Een vijftal kilometer voor Vista Chinesa begint er aan de rechterkant een klein paadje (staat aangeduid, je ziet het water van de waterval). Als je dit paadje volgt kan je een tocht maken van 1,5 uur langs de waterval. Deze tocht is niet voor rookies want je moet best steil klimmen.



We zijn dit paadje blijven volgen, soms met twijfel, maar kwamen uiteindelijk terug uit op de verharde baan. Van daaruit wandel je verder naar boven tot Vista Chinesa. Als het niet te mistig is kan je van daaruit Suikerbrood, Lagoa en het Christusbeeld fotograferen.

 Vista Chinesa
Als je dan nog een paar kilometer naar boven stapt via de asfaltweg kom je bij een tweede uitzichtpunt, Mesa do Imperador. Het is niet zo duidelijk, maar als je daar het stenen trapje omhoog gaat, moet je op het einde over de rand klimmen en daar begint een tweede pad door de jungle.

Als je dit pad volgt ben je zeker 2 à 3 uur weg. Je klimt op een berg en vervolgens op de top van een tweede hogere berg. Soms heb je splitsingen, dan kan je best met takken een richtingwijzer achterlaten want je loopt gemakkelijk verloren daar.
Ook op dit pad moet je soms bijna verticaal klimmen, maar er zijn altijd wel boomwortels of stenen waaraan je je kan vasthouden. Hoe hoger je komt, hoe meer stenen en lage vegetatie zoals bamboe. Onderweg word je af en toe getrakteerd op panorama’s over het regenwoud en zie je roofvogels in de lucht cirkelen.


Dit is perfect voor een dagje trekken omdat je bij de waterval meer de hoge jungle ervaart, en daarna bij het beklimmen van de bergtop de lage jungle ziet.

Als je terug op de asfaltweg komt kan je terug naar de Zona Sul liften, want er rijden zelden taxi's.

zondag 25 november 2012

Rocinha, de grootste favela van Rio de Janeiro

Aan de uitgang van favela Santa Marta ligt een pleintje. Op dat pleintje worden wekelijks spandoeken gehangen om reclame te maken voor feesten in het komende weekend. Deze keer hing er een banner met ‘Vem com chefe a festa’, een grote baile funk party met bekende mc’s in Acadêmicos da Rocinha. 

Dit leek me een de ideale gelegenheid om Rocinha eens te bezoeken, Rio’s grootste favela en één van de grootse favela’s van Zuid-Amerika. Er wonen naar schatting zo’n 150 000 mensen, samen gehokt op een bergheuvel. De meeste mensen die hier wonen komen oorspronkelijk uit het noordoosten van Brazilië.
Vanuit Botafogo is er een goede busverbinding omdat veel inwoners van Rocinha werkzaam zijn in de chiquere Zona Sul. Rocinha ligt een beetje verstopt achter een berg en is vanuit Ipanema niet zichtbaar. Toen ik met de bus aan het eind van de tunnel kwam werd ik overweldigd door het prachtige beeld. Het was reeds donker maar door de lichtjes had ik een goed zicht op de gigantische favela die de bergheuvel bekleedt.


Rocinha heeft niet zoals Santa Marta een kettingtreintje dat je naar boven brengt. Er zijn wel mototaxi’s, voor 2 reais kan je achterop op de motor. Het grootste deel van de favela is onbereikbaar voor vierwielige voertuigen. Er loopt één grote slingerweg doorheen de favela waarop vele smalle zijstraatjes uitkomen.

Zoals in veel favela’s is de ingangsweg aan de onderkant van de favela het drukst. Hier zijn de meeste winkels, bars en restaurants. Het is 10 uur ’s avonds en er is veel leven op straat. Ik stop één van de vele mototaxi’s die voorbij racet en vraag of hij me naar het hoogste punt wil brengen, ergens waar ik een mooi uitzicht heb.
Zeer behendig baant hij zich een weg tussen de andere voertuigen. Op sommige stukken loopt de weg zo steil dat ik me goed moet vasthouden aan de handvaatjes zodat ik niet achterover val. Na een tiental minuten rijden heb ik geen flauw idee meer op welke plek we ons ongeveer bevinden. Hij stopt een wijst me een plek vanwaar ik verrast wordt door een adembenemend zicht op Lagoa, het meer in Zona Sul dat aan de andere kant van de heuvel ligt. De lichtjes maken de contouren van het meer goed zichtbaar.


Hoe hoger je in de favela komt, hoe goedkoper de huisjes. De duurdere huizen en appartementen liggen meer aan de bodem van de heuvel. Dat is logisch, want hoe hoger je woont, hoe meer afstand je telkens moet afleggen om je te verplaatsen uit de favela.

Ik kan me goed voorstellen dat een favela een ideale basis is voor drugsbendes. Vele stukken zijn moeilijk bereikbaar. Als een politie een inval doet moeten ze altijd van beneden naar boven gaan, waardoor de men de politie al lang op voorhand ziet aankomen.

Oorspronkelijk werd Rocinha gecontroleerd door Commando Vermelho (CV), de eerste georganiseerde drugsbende van Rio die in de jaren ’70 ontstond in de gevangenis. Onder de toenmalige rechtse militaire dictatuur werden de eerste professionele drugsdealers samen opgesloten met politieke gevangenen van communistische partijen. Door het leed dat ze samen deelden en de wederzijdse steun die ze elkaar gaven ontstond er een sterke band tussen hen. De linkse opponenten leerden de dealers zelfstandig clandestiene organisaties opzetten. Na een ontsnapping uit de gevangenis introduceerden ze de filosofie van zelforganisatie op de straten.
De cocaïne die ze verhandelen komt uit Bolivia, Peru en Colombia, de wapens die ze gebruiken worden geleverd door Paraguay, Bolivia en Colombia.

Naast het dealen van drugs staat de drugsbende in voor orde en veiligheid in de favela. De onderliggende logica is dat ze aandacht van de politie willen vermijden, vrede is beter dan problemen voor de business. Diefstal, verkrachting en moord worden streng bestraft. Verder sponseren ze de gemeenschap met het geld dat ze verdienen en organiseren baile funk feestjes. Zolang je geen bedreiging bent voor hun business en de regels niet breekt zullen ze je met rust laten.
Later ontstonden er nog twee andere drugssyndicaten, Terceiro Commando (TC) en Amigos dos Amigos (ADA). Deze bendes strijden onderling om controle over de favela’s.

Na een bloederige bendeoorlog verloor CV in 2004 de macht over Rocinha en nam ADA het heft in handen. Op dit moment heeft CV terug controle in het bovenste gedeelte en controleert ADA het onderste gedeelte van Rocinha.
De invasie van de politie in 2011 en de installatie van UPP’s (permanent bemande politiestations) maakte een einde aan het regime van drugsdealers in de favela. In totaal zijn er 700 politieagenten en 9 politiestations verspreid over de favela.

Wapens zijn uit het straatbeeld verdwenen. Ondanks de pacificatie worden er echter nog steeds marihuana en cocaïne verhandeld, alleen gebeurt het nu meer verborgen. Sommige politieagenten worden nog steeds omgekocht zoals vroeger en laten de dealers - of trafficantes zoals ze dat hier noemen - hun gang gaan.
Rocinha vanuit de lucht met Lagoa op de achtergrond.

Als je in Rio bent moet je zeker Rocinha bezoeken, alleen al om het uitzicht. Het is niet nodig om dit in een georganiseerde toer te doen. Met oog op de wereldbeker en de olympische spelen heeft de overheid veel gedaan om de veiligheid voor toeristen te verbeteren, hoewel ik niet aanraad om diep in de favela rond te dwalen in kleine steegjes.

woensdag 21 november 2012

Uitgaan in Brazilië: cultuurverschillen met België/Nederland

Aanvang van een feestje

Bij ons is het niet ongewoon om na middernacht aan te komen op een feestje, wakker te blijven tot in de vroege uurtjes en de volgende dag pas in de middag op te staan met een kater.
In Brazilië beginnen feestjes vaak tegen 22.00 u en eindigen rond 04.00 u. Dit is niet overal zo, maar over het algemeen begint en eindigt het nachtleven in Brazilië een paar uur vroeger.

Dit komt omdat Brazilianen echte strandmensen zijn en de volgende dag graag op het strand willen doorbrengen. Ik heb ook nooit heel zatte mensen op feestjes zien rondlopen.

Een andere verklaring is de nacht vroeg valt, bvb. in Rio altijd tussen 17.15 u en 19.45 u, in Fortaleza (dichter bij de evenaar) tussen 17.20  u en 18.00 u.
Drank en inkom

Brazilianen drinken voornamelijk lichte bieren. Het lijkt meer op frisdrank. Dit komt omdat het warmer is en de mensen meer behoefte hebben om de dorst te lessen. De populairste cocktail is caipirinha, gemaakt met limoen, cachaça, ijs en suiker.

Als je een feestje binnenkomt krijg je in de meeste gevallen een drankkaart. Bij elke consumptie wordt er een kruisje op de kaart gezet. Pas bij het verlaten van de club moet je de entreeprijs en consumpties betalen. Het voordeel hiervan is dat de bediening aan de bar sneller gaat.

Als je de kaart echter verliest moet je een vast bedrag betalen dat hoger ligt dan wat één persoon kan consumeren (bv. 200  reais). Eén persoon komt nooit aan dit bedrag, maar in principe zou je wel met een groep vrienden heel de avond cocktails kunnen drinken, hier en daar wat champagne trakteren en alles op één kaart zetten die je vervolgens 'verliest'.

Vrouwen moeten dikwijls minder inkom als mannen betalen,  maar dit heeft een goede verhouding mannen-vrouwen  tot gevolg. Verder gebruiken veel discotheken een 'lista amiga', dat betekent dat als je je op voorhand via internet voor het feestje inschrijft korting krijgt.

Muziek

Er is een ruim aanbod aan muziekstijlen die bij ons niet zo gekend zijn. Vele muziekstijlen zijn gebonden aan een bepaalde regio, zo is in het Noordoosten Forró heel populair, terwijl in Rio vooral Samba en Baile funk gespeeld wordt. Wat veel van deze stijlen gemeen hebben is dat er sensueel op gedanst wordt.

Brazilianen zijn goede dansers. De soepele bewegingen die ze maken doen Westerlingen op stijve harken lijken. Je ziet ook dat kinderen van jongs af aan meer in contact komen met muziek en er op leren dansen. Muziek is in Brazilië een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven.
In Brazilië zijn er ook veel aanhangers van het rockgenre. Bij ons ga je zelden clubs vinden waar uitsluitend rockmuziek gedraaid wordt. Rock is zowat de alternatieve stroming daar.

Omgang tussen mannen en vrouwen
Na vele keren uitgaan heb ik het volgende kunnen observeren: In Brazilië is het normaal dat mannen en vrouwen elkaar binnen de 10 à 15 minuten kussen. Het is een onderdeel van de initiële kennismaking. Vrouwen zijn ook heel direct, als een meisje geen interesse heeft zal ze het onmiddellijk laten weten.

Verder zijn de Brazilianen heel agressief in het versieren, en de vrouwen zijn dit gewoon. De eerste keer dat ik uitging in Salvador had ik een gesprek met Felipe, een Braziliaan. Later die avond wees hij naar een meisje en zei me dat hij haar ging proberen te versieren.
Na vijf minuten praten probeerde hij haar te kussen, maar ze leunde naar achter en duwde hem weg. De tien minuten die daarop volgden probeerde hij haar nog zes keer te kussen en telkens werd hij brutaal afgewezen. Ik begreep niet waarom hij bleef proberen, alsof hij geen zelfrespect had, maar ze bleef wel met hem praten. Uiteindelijk deed hij nog één poging. Deze keer hield hij haar hoofd vast zodat ze niet weg kon en toen kuste ze hem terug. Ik heb dat wel vaker zien gebeuren in Brazilië.

Dat Brazilianen snel zoenen kan je tevens merken in TV-programma's. Er bestaat een datingprogramma 'Vai Dar Namoro' waarin mannen en vrouwen zonder schroom met elkaar kussen. Heel grappig, soms gebruiken ze een waterpistool of brandblusser (gevuld met onschadelijk gas) om kussende koppeltjes te doen afkoelen.