zaterdag 27 januari 2018

Wat doen in Leticia, Colombia? Reisverslag van een vierdaagse trip door het Amazonegebied

Leticia ligt in het zuidelijkste punt van Colombia, aan het drielandenpunt met Peru en Brazilië.

We hadden slechts vijf dagen, dus na aankomst zocht ik onmiddellijk de excursiemogelijkheden uit. Al snel bleek dat de meeste agentschappen dagexcursies aanbieden naar toeristische hotspots zoals la Isla de Los Micos en Puerto Nariño in groepen van 30 à 40 man, maar ik zocht iets avontuurlijker.

Een man van de organisatie Expeditions George of the Jungle sprak me aan, en vertelde me dat ze een vierdaagse tocht met bootje via zijriviertjes van de Amazone aanboden, waarbij we in lokale gemeenschappen zouden slapen en de dieren in hun natuurlijke omgeving zouden opzoeken.

De groep zou maximum uit 6 personen bestaan, en we konden over een uur vetrekken. Hij vroeg 750.000 COP per persoon, een bedrag dat we konden afbieden tot 600.000 COP. Later zou blijken dat twee andere personen uit de groep na 2 dagen onderhandelen de prijs voor 4 dagen tot 500.000 COP/persoon hadden kunnen bedingen.

Een uurtje later voeren we met een speedbootje naar Gamboa, een kleine gemeenschap in Peru, waar we de eerste nacht gingen doorbrengen. 



Daar zaten reeds de 4 andere leden van de expeditie. De eerste activiteit was een wandeltocht door de jungle, waar we o.a. een luiaard, een tarantula, een eekhoorn en spechten aanschouwden. We fumigeerden onszelf met DEET, want het krioelde er van de muggen.







Bij het vallen van de nacht gingen we op zoek naar kaaimannen. In het donker reflecteren hun ogen als rode puntjes wanneer je er met een lamp in schijnt. Jammer genoeg zonder succes, maar het varen door een met bladgroei bedekte rivier, omringd door 1001 geluiden van de jungle, was reeds een schouwspel op zich.



Die nacht sliepen we in hangmatten met muskietennet.

Tijdens het ontbijt werden we vergezeld door een papegaai, die maar al te graag onze restjes brood, ei, en papaja oppeuzelde.


Het waterpeil in dit gebied kan makkelijk tot 10 meter stijgen. Omdat we er eind januari waren, was het mogelijk om via kleine riviertjes doorheen het oerwoud te varen die anders droog staan.



Om ons door smalle stukken te banen kwam er heel wat stuurwerk en gehak met een machete aan te pas. Toen we tegen een boom botsten, viel er plots een klein kikkertje in het haar van een medereiziger. Ook zagen we een bende aapjes van boom tot boom slingeren en onze gids merkte zelfs een slang in een boom op.






‘s Middags arriveerden we in Sacambu in Brazilië. Van hieruit maakten we een tocht door het woud waar we gigantische waterlelies zagen. Deze kunnen gemakkelijk het gewicht van een baby dragen.


De gids toonde ook caoutchoucbomen, bomen waarvan inheemsen het sap gebruiken om gifpijltjes de maken, bomen waarvan het hout gebruikt worden om paalwoningen te bouwen en allerlei planten met medicinale eigenschappen.

Rond schemertijd voeren we naar een lagune waar we een broodnodige duik in het frisse water namen. Hier kon je veilig zwemmen. Volgens de gids dien je echter op te passen met zwemmen in heel donker water, omdat het daar gevaarlijker is met anaconda’s en vissen die elektrische schokken geven. Op terugweg zagen we grijze en roze rivierdolfijnen.




Die avond kochten we met het reisgezelschap een fles Cachaça en sloten de avond af met een glaasje caipirinha met verrukkelijke Braziliaanse limoentjes.

De volgende ochtend gingen we in de lagune waar we de dag voorheen gaan zwemmen waren piranha’s vangen. Blijkbaar is het alleen gevaarlijk om te zwemmen tussen piranha’s als je een bloedende wonde hebt.

Als aas gebruikte we stukjes kip. Het duurde slechts seconden voordat er lustig aan de kip geknabbeld werd. Op een halfuurtje tijd vingen we een tiental piranha’s die we tijdens het middagmaal opaten.





In de namiddag voeren we naar Aldea, een gemeenschap op selva alta (gebied dat niet overstroomt tijdens het regenseizoen). Hier maakten we kennis met gedomesticeerde apen, een tamme anaconda en pirarucus, de grootste zoetwatervissen die er bestaan.









De gids leerde me hoe ik me kan bevrijden uit de wurggreep van een anaconda: door hem te bijten. De organismen in het menselijk gebit zijn schadelijk voor de anaconda.

Ik vroeg hem ook wat de veiligste manier is om een slang te vangen. Je breekt een tak aan een splitsing zodat je een kleine Y-vorm verkrijgt. Daarmee kan de kop vast spietsen en hem vervolgens vastgrijpen.


We maakten er vervolgens een wandeling door het woud. Onderweg zagen we een weggekapt deel waar men ananas, yucca, limoenen en bananen cultiveerde. 

Volgens de gids heb je in selva alta meer kans dan in selva baja (gebied dat overstroomt) om bepaalde diersoorten tegen te komen zoals jaguars en gifslangen.




Die nacht gingen we met zaklampen in een roeiboot nog eens op zoek naar kaaimannen in het meer achter onze hut. Deze keer hadden we prijs. Plots zagen we in de verte rode puntjes alsof het brandende sigaretten waren en peddelden erheen.

Onze gids greep vakkundig een baby-kaaiman uit het water, na zorgvuldig geïnspecteerd te hebben of de moeder niet in de buurt was. Tot 60 cm kan je ze met de hand vangen, daarna worden ze te sterk.



Het was een zwoele, pikzwarte nacht met een indrukwekkende sterrenhemel. We openden een koud biertje in het midden van het meer. Puur genieten!

’s Anderdaags voeren we terug via de Yavary en de Amazone. Onderweg stopten we in Islandia in Peru. Een dorp dat volledig op palen staat van 3 tot 5 meter hoog. Naar verluid sterven er regelmatig kindjes die tijdens de droge periode naar beneden vallen.



Islandia, Peru


We stopten ook in Benjamin Constant en Tabatinga in Brazilië waar we goddelijke Açai aten. Het was lang geleden dat ik nog eens Açai had gegeten en met deze hitte het perfecte moment. 

Van Tabatinga wandel je zonder controle te voet over de grens  naar Leticia in Colombia. Alleen als je verder reist naar een grote stad zoals bijvoorbeeld Manaus dien je je paspoort te tonen.

Benjamin Constant, Brazilië

Wat een trip! Nooit te voren zag ik zo veel diverse fauna op korte tijd. Dat is dan ook de voornaamste reden om naar de Amazone te gaan.


woensdag 3 januari 2018

Wat moet je bezoeken op Isla de San Andres, Colombia?

“Okee, we halen de politie erbij.”
Nadat we ons golfkarretje terug inleverden, vroeg men om bij te betalen om het brandstofpeil terug op oorspronkelijke niveau te brengen. De afspraak was echter 170.000 COP, alles inbegrepen.
Ik was echter niet van plan om nog bij te betalen. Een afspraak is een afspraak. De prijzen lagen al hoger vanwege het hoogseizoen. Na een kwartier gediscussieer en mijn voorstel om de politie te bellen gaf men het op.
Isla de San Andres is Colombiaans grondgebied, maar als je op de kaart kijkt zou je eerder denken dat het tot Nicaragua behoort.

Dit eilandje staat bekend voor de “zee met 7 kleuren” en is een erg populaire bestemming onder Colombianen.  

Groot is het eiland niet: ca. 13 km lang en enkele kilometers breed. 

De voornaamste bezigheid voor toeristen is het op strand liggen, snorkelen boven de koraalriffen en winkelen. Inkopen zijn hier vrij van belastingen.

San Andres werd ontdekt door de Spanjaarden, gekoloniseerd door de Engelsen, gerecupereerd door Spanje en afgestaan aan Colombia.
De inwoners zijn voornamelijk afstammelingen van Afrikaanse immigranten, die tot slaaf gemaakt werden door de Engelsen en het eiland sinds de 17e eeuw bewonen. Bijna alle 77.000 inwoners spreken Spaans en/of Creools Engels.
Persoonlijk ben ik niet de persoon van de strandvakanties, maar had behoefte aan ontspanning, en boekte een reis voor drie nachten nadat ik een goedkope vlucht vond met Viva Colombia.

Van de dag dat we rondtoerden met het golfkarretje over de heuveltjes van het eiland heb ik het meest genoten (snelheid: 40 km/uur).
Men raadt aan om het eiland tegenwijzerzin rond te rijden, wat ik ook de beste optie vind. Omdat het eiland zo klein is rijd je op één dag makkelijk alle wegen af; niet alleen de rand maar ook het midden.
Verscheidene stops zijn verplicht in deze tour:
La Loma: Met 120 meter het hoogste punt van het eiland. Bezoek daar Iglesia Bautista. Naar verluid bevrijdde de pastoor van deze kerk de slaven.

La Laguna Big Pond: In het midden van het eiland ligt een lagune in het groen. Hier zagen we een vijf alligators. Hoogstwaarschijnlijk door iemand uitgezet.

Reggae bar aan de lagune
West View: De hoofdattractie hier is een springplank waarvoor je inkom moet betalen. Aan de rechterzijde kan je echter ook gratis van de rotsen duiken, en ik vond dit de mooiste plek om te snorkelen.

Hoyo Soplador: Aan de zuidkant van het eiland bevindt er zich een gat in de rotsen, verbonden met het zeewater via een tunnel, waardoor er water uitspuit zoals een geiser wanneer er golven aankomen.
De mangroven: De laatste stop die ik echt de moeite vond was het verhoogd wandelpad  doorheen het mangrovebos. Ik zag er bijna geen toeristen en zeer veel vogels.


Er zijn ook allerlei bootexcursies, maar omdat we met een baby gingen hebben we die overgeslaan.
De beste locatie om te overnachten lijkt me in het centrum dicht bij het strand. 

Er loopt een promenade langs het strand waar zich de beste eetgelegenheden en bars bevinden. Op het eind van de promenade ligt Coco Loco, de beste discotheek van het eiland.

San Andres is ideaal om er een paar dagen tussenuit te knijpen. Een week zou ik er niet blijven, omdat je snel alles gezien hebt.